Richard Dalloesingh 26 februari 2021, 16:45
Opinie: ‘Bezorgde inwoners worden weggewuifd als festivalhaters
‘Fracties vliegen elkaar nu al in de haren over festivals,’ las ik vorige week op de site van Het Parool. Ik was daar best trots op, want politici lieten oprechte gevoelens zien. Minder trots was ik op de ongelijkwaardigheid van het gesprek. Amsterdammers die proberen mee te denken over het evenementenbeleid zullen dat gevoel met mij delen. Partijen die opkwamen voor adviezen van inwoners (SP, CU, PvdD) werden door voorstanders van het beleid (VVD, GroenLinks, D66) weggewuifd als ‘festivalhaters’. De voorstanders werden op hun beurt beticht van onthechtheid en geraaskal.
De politieke partijen schermden met onderzoeksrapporten en er werd gedaan alsof vrijzinnigheid tegenover leefbaarheid staat. Politici lukt het niet deze met elkaar te verenigen. Constructieve alternatieven van Amsterdammers worden van tafel geveegd met flora- en faunaonderzoeken die vaak zelf door festivalorganisatoren worden opgesteld. De eenvoudige oproep vanuit stadsdelen om iets minder festivals te organiseren, raakt door het politieke gekissebis ondergesneeuwd.
De ongelijkwaardigheid in het gesprek met de Amsterdammers wordt onbedoeld vergroot door een stadsbestuur dat vasthoudt aan verruiming van mogelijkheden voor grote evenementen. Terecht stelt de burgemeester dat evenementen belangrijk zijn voor het culturele leven. Het wordt alleen niet duidelijk gemaakt om wiens cultuur het precies gaat en aan wie deze cultuur ten goede moet komen. Hoe wil de gemeenteraad bijvoorbeeld omwonenden van de Gaasperplas en inwoners van Nieuw-West precies laten meeprofiteren?
Om Amsterdammers zich herkend te laten voelen in dit argument voor festivals, is het belangrijk hier duidelijk over te zijn. Gaat het om dancemuziekcultuur? Een daarmee verbonden drugscultuur? In de discussie blijven ook de schaduwzijden van festivals onbesproken. Het rapport De achterkant van Amsterdam legt een duidelijk verband tussen dance-evenementen, drugscriminaliteit en de verwoestende uitwerking op de toekomst van jongeren uit kwetsbaardere milieus.
De meeste ‘festivalgangers’ zijn net zo gesteld op een groene, leefbare stad als dat omwonenden de stad een feestje gunnen. Vrijzinnigheid en sociale gelijkwaardigheid gaan hier al decennia samen. Als politici deze krachten niet weten te verenigen, vraag ik het mijn stadgenoten. Om het gesprek met elkaar te voeren, met de liefhebbers en de haters. Want als de raadsleden elkaar al tot karikatuur maken, hoe serieus moeten inwoners van de stad de beloofde dialoog met de gemeente over het evenementenbeleid dan nog nemen?
Richard Dalloesingh, Amsterdam