Het plan om Tuinen van West open te stellen voor dancefestivals, krijgt veel kritiek van buurtbewoners. Maar de stad heeft ruimte nodig voor de feesten en de verhuurder kan de inkomsten goed gebruiken.
Patrick Meershoek 18 februari 2021, 19:00
Natúúrlijk heeft ze een zienswijze ingediend tegen de plannen. “We hebben in de afgelopen jaren al veel narigheid meegemaakt,” zegt buurtbewoner Marjo Mittelmeijer. “Toeterende auto’s om twee uur ‘s nachts, festivalgangers die in de tuinen urineren en een hele dag herrie. Wij willen dat de overlast minder wordt en niet groter. Maar de gemeente wil de grote festivals naar de randen van de stad verplaatsen en wij zijn het afvalputje.”
Mittelmeijer is een van de honderden bewoners van Buurt 10 in Nieuw-West die officieel bezwaar hebben gemaakt tegen het voornemen van de gemeente om het nabijgelegen Tuinen van West open te stellen voor dancefestivals. De voorgestelde aanpassing van het locatieprofiel is slecht gevallen in de wijk, vertelt Mittelmeijer: “Er is drie jaar geleden uitgebreid gesproken over het profiel. De uitkomst was: geen dance, geen grootschalige evenementen. En nu gebeurt het toch.”
Pennenstreek
De manier waarop het stadsbestuur een oude afspraak met een enkele pennenstreek doorhaalt, steekt misschien nog meer dan de gevolgen van het besluit. “Een van de argumenten van de gemeente is dat een verbod op dance juridisch niet houdbaar is. Organisatoren zouden dat voor de rechter kunnen aanvechten,” geeft Mittelmeijer als voorbeeld. “De realiteit is dat de stad gewoon alles aangrijpt om grote evenementen hier mogelijk te maken.”
Het strijdtoneel in Tuinen van West is de Polderheuvel, een uitgestrekt terrein met alle eigenschappen van een geschikte festivalweide. De grond is eigendom van de gemeente en wordt geëxploiteerd door een ondernemersvereniging. “Er is ruimte voor 30.000 mensen, maar we houden het bij voorkeur op 10.000,” vertelt voorzitter Norinda Fennema. “Het aantal dagen voor grote evenementen is vastgesteld op vijf. Meer moet dat wat ons betreft ook niet worden.”
Kleinschalig en duurzaam
De ondernemersvereniging opereert behoedzaam tussen de behoefte aan festivals en de belangen van de buurt. Fennema: “Het uitgangspunt van onze vereniging is dat we de dingen graag kleinschalig en duurzaam doen. Laten we eerlijk zijn: grootschalige evenementen staan dan niet bovenaan het lijstje. Het is deels uit nood geboren. We hebben geprobeerd boerenmarkten en dergelijke te trekken, maar dat is onvoldoende gelukt.”
Een paar grote festivals brengen geld in het laatje om kleine culturele activiteiten te kunnen financieren. “Het is zaak met de goede organisatoren in zee te gaan, mensen die begrijpen waar ze hun feestje geven,” zegt Fennema. “Dat is ook wel eens misgegaan hoor. We hadden enkele jaren een bevrijdingsfestival dat veel meer mensen trok dan wij gewend waren en voor vreselijk veel overlast zorgde. Dat doen we dus niet meer.”
Fennema begrijpt de weerstand in de wijk, maar denkt dat het mogelijk moet zijn enkele grote evenementen te hebben zonder overlast of schade. “We hebben een duur mobiliteitsplan laten maken om het verkeer in goede banen te leiden. Ook de natuurtoets voor de gevolgen voor flora en fauna in het gebied houden we deels in eigen hand, zodat we zeker weten dat het serieus gebeurt. Alle documenten komen op de website, zodat iedereen kan zien wat we doen.”
Rondleiding
Aan de organisatoren die naar Tuinen van West willen komen, worden hoge eisen gesteld. Op het gebied van duurzaamheid, maar ook op het vlak van de communicatie met de buurt. “We spelen met de gedachte om een rondleiding voor buurtbewoners te introduceren als vast onderdeel van festivals. Zodat mensen kennis kunnen maken, vragen kunnen stellen en uitleg krijgen over de aard en de duur van het evenement.”
Fennema spreekt de ambitie uit met Tuinen van West een lichtend voorbeeld te kunnen zijn voor de stad. Buurtbewoner Marjo Mittelmeijer heeft heel andere verlangens. “Dit is een rustige buurt in een drukke omgeving. Als de wind verkeerd staat, horen we de festivals in Spaarnwoude en Ruigoord. Als Schiphol zich weer eens niet aan de afspraken houdt, denderen de vliegtuigen hier over. Afgelopen zomer hoorde ik voor het eerst de wind in de bomen. Dat beviel uitstekend.”