(15-12-2023) De stad gaat het ov-netwerk in de gebieden buiten de Ring A10 substantieel verbeteren. Het GVB moet het komende decennium de focus leggen op de buurten die er de laatste jaren bekaaid van afkwamen.
Bus 21 rijdt al sinds 2015 niet meer door de Eendrachtsbuurt in Nieuw-West.BEELD CARLY WOLLAERT
Beter openbaar vervoer in wijken waar dat niet altijd rendabel is, dat is een trendbreuk: de afgelopen jaren is er in Amsterdam met regelmaat gesnoeid in het zogeheten fijnmazige netwerk. Reizigersorganisaties en vervoersdeskundigen waarschuwden voor verschraling en vervoersarmoede. Vanuit Nieuw-West werd gesproken over ‘een afslachting in het ov-netwerk’.
Uit het Programma van Eisen (PvE) van de Vervoerregio komt naar voren dat Amsterdam en de buurgemeenten vanaf eind 2024 een andere kant op willen met het openbaar vervoer. Uit de minimumeisen waaraan het GVB moet voldoen om het ov te blijven verzorgen, blijkt dat het zwaartepunt van het ov-aanbod meer naar buiten de Ring verschuift. ‘Zonder dat dit (te veel) ten koste mag gaan van de fijnmazigheid van het openbaar vervoer in de vooroorlogse stad.’
In de praktijk moeten er straks vaker én meer bussen door buurten en wijken in Nieuw-West rijden. Ook moet de reiziger straks vaker bussen en metro’s kunnen pakken in Zuidoost, waar de minimale frequentie omhoog gaat. Melanie van der Horst (D66), voorzitter van de Vervoerregio, wil de fijnmazigheid weer terug in en rond de nieuwbouwgebieden en de naoorlogse stad. “De economische functie was altijd leidend, maar we moeten meer naar de sociale functie ervan kijken.”
Bus 21 komt terug
Het vergt een andere visie op openbaar vervoer, zegt Van der Horst. “Minder gericht op alleen maar zoveel mogelijk reizigers, maar duidelijker vanuit de vraag: voor wie is het ov nu eigenlijk? Neem buslijn 21, die sinds 2015 niet meer door de Eendrachtsbuurt in Nieuw-West rijdt: die route komt weer terug. We willen dat de frequenties van lijnen bij Driemond en in Zuidoost omhoog gaan. Als je maar één lijn in het gebied hebt, gaat die vaker rijden. We willen er meer zijn voor de mensen die verder weg wonen. Meer dan nu het geval is.”
Nu er wordt gesproken over nieuw beleid is dat hét moment om buurten met weinig openbaar vervoer beter aan te sluiten op het grootstedelijke netwerk. Daarvoor worden voor dergelijke buurten de afstandscriteria die gelden voor tram- en bushaltes aangepast. Volgens Van der Horst geldt nu vaak ten onrechte dat de loopafstand naar een opstap 800 meter mag zijn. “Daar gaan we 400 meter van maken. Dat betekent dat er in steeds meer gebieden een halte moet zijn, zodat je meer fijnmazigheid in het netwerk krijgt.”
Niet méér naar CS
In de binnenstad zal het aantal trams nadrukkelijk níet groeien. Volgens de Vervoerregio is het aantal vertakkingen in het ov-netwerk hier al op orde. Nog meer trams laten rijden legt te veel druk op de openbare ruimte en gaat ten koste van onder meer de verkeersveiligheid. Het uitgangspunt is hier dat bepaalde straten in de binnenstad ontlast worden door trams langs bepaalde routes te sluizen, zoals bijvoorbeeld de Rozengracht. Volgens Van der Horst rijden er nu ‘heel veel lijnen’ naar CS. “Als het ov-gebruik blijft groeien, raakt het centrum op den duur echt overbelast.”
Mensen zullen met het beleid vaker met de metro moeten. “Die ligt er en die gaat gewoon onder de stad door.” Wie de tram wil blijven nemen, kan dat doen, zegt Van der Horst. “Mensen hoeven niet per se de metro in. Als je het niet erg vindt om langzamer te reizen, kun je gewoon gebruik blijven maken van de tram. Als je voor de leuk reist, als je naar buiten wil kijken. Maar voor snelheid adviseer ik wel de metro.”
Bron: Het parool, voor meer informatie zie link: https://www.parool.nl/
Zie ook informatie op onze Facebook “Bus 21 moet in Geuzenveld blijven”